THE CADILLAC KINGS (UK)
FRIDAY, MARCH 14 - THE BORDERLINE DIEST

website club

r
eporter: witteMVS
photo
: Freddy
ARTIST INFO
THE CADILLAC KINGS (UK)
website


Highway 17

CONCERT REVIEW

“Fridaynight’s Allright for Fightin’” zong Elton John zo’n twee decade’s geleden. En dat is wat het vaste clienteel van The Border gaan doen was, heb ik de indruk, want de opkomst was zacht uitgedrukt, pover. Spijtig voor hen die er niet waren, want alweer hebben ze een prachtig concert gemist.

Het was van verleden jaar juni geleden dat ik The Cadillac Kings in Nekkersdal en op Hookrock aan het werk zag. Ondertussen hebben gitarist Del Van Doe en pianist, accordionist Mike Adcock afscheid genomen van de band en ze werden vervangen door eh jawel ..een andere begeesterde T-Bone triad-gitarist en een Jerry Lee-alike boogie-woogie-pianist. Ondergetekende blijft u de namen van deze twee rasartiesten schuldig, want zijn nota’s zijn op de toog van The Border blijven liggen. Bij deze een oproep, want ze zijn voor andere ogen niet meer of niet minder dan bijzonder verwarrende hiëroglyfen en aldus waarschijnlijk zelfs onherkenbaar als een recensie in wording.
Een streepje geschiedenis. The Cadillac Kings zijn in het jaar 2000 A.C. ontstaan uit een conglomeraat van oudgediende huurlingen van Otis Grand, James Hunter, The Poorboys, Big Joe Louis en Little George Sureef. Niet van de minsten dus. Ze knutselden een repertorium in elkaar van blues-, westcoast- en jump & jive-nummers van onder andere T-Bone Walker, Roy Brown en Champion Jack Dupree. Hiermee gingen ze de boer op en in 2001 blikten ze reeds een eerste CD “Lou-Ann” in, waarmee ze USA Swing Award Nominee werden en geprezen in tal van Blues-tijdschriften. Naast genoemde artiesten bevatte deze schijf ook veel werk van de hand van Mike Thomas, zanger en slide-gitarist van de band. De andere leden waren naast boven reeds genoemden, Gary Potts op harmonica en vocals, T.C. Copp op de double bass en Roy ‘Uncle’ Webber op drums. Samen met de twee nieuwelingen (Mal Barclay/guitar en Henri Herbert/Keyboards))maken ze nu nog steeds de dienst uit. Ze schuimden alle Britse bluesfestivals af en in België verwierven ze enige naambekendheid na hun optreden op de eerste editie van Duvel Blues in 2002 als top of the bill. Hun tweede CD uit in 2004 en tot nader order hun laatste “ Highway 17” verstevigt hun reputatie als swingband met een vijftal awards die ze hiermee in de wacht sleepten.

Hoewel ze met “Bombshell Blonde” de opener van hun laatste CD begonnen, kwam er niet echt schot in de zaak en gaf de eerste set een nogal matte indruk. Ik grapte erover met mijn toogbuur dat ze zelfs in een vijfsterren-restaurant niet echt een storende factor zouden zijn. Ondanks nummers als “Shim Sham Shimmy”, “Hilde’s Hop” van smoelschuiver Potts, en “She’s Gonna Ruin Me” van T-Bone en een fraaie prestatie van de nieuwe gitarist kon het geheel van de set niet de gehele aandacht van de aanwezigen opeisen. Ook ondergetekende was nog niet overtuigd of de twee nieuwelingen binnen de band een upgrade betekenden. “Mr Nip & Tuck” en “I Can’t Stop It” gaven hen al wat meer respijt, maar de eerste set zat erop.

Alsof The Cadillac Kings mijn of onze gedachten hadden gelezen, beklom, voor de tweede set, alleen de pianist het podium met ‘Uncle’ drummer. Met een welgekomen houding van “genoeg gerust, guys, nu vliegen we erin” kregen we daar een vingervlugge rockin’ boogie “Blue Cap Bounce” à la Sanchez en Jerry Lee in het figuur gesmeten, dat we er even niet goed van waren. En daarmee was het echte startschot gegeven. De vlam was overgeslagen in de pan van de overige bandleden en tegen 120miles/hour race’ten ze met hun “Hot Rod V8 Ford” over “Highway 17”. Ze hadden immers een afspraak to “Boogie with My Baby”. “Trouble in Store” kwam er, toen “Lollipop Mama” om een “Slow Blues” vroeg. En dit was echt zo’n super lege blues, zoals dat in onze volksmond heet, waarbij je jezelf zo helemaal over je juist verworven lief kan draperen en dan maar rondjes deinenop één steen van dertig bij dertig. Over Champion’ Dupree’s “Shake Baby Shake” met alweer topprestaties van de nieuwe pianist en ook de nieuwe gitarist (shame on me for their names, maar ook op de website van de Cadllacs wordt er nog niet gerept over de twee laatst geworvenen). En met “I’m Leavin’ You Baby” verlaten ze ons inderdaad. De tweede set is, ondanks de inzet van twaalf nummers, voorbij…over and out. Maar ze hebben de meute wakker gemaakt, en een staande ovatie noopt hen tot twee encore’s die ze wat graag brengen. “Who’s Been Lickin’ My Chicken ?” van Mike Thomas, met een titel gegapt van Monthy Phyton lijkt het wel, en “Chief of Police” met diezelfde dosis Britse humor.

The Cadillac Kings hebben zich een meerwaarde toegeëigend met deze twee nieuwe jongens. Met deze injectie van jong geweld kunnen ze weer gerust de toekomst in het gezicht kijken. We horen zeker nog meer over hen in het nabije verschiet.

Ajuus,
witteMVS